Ommetje en het Boekenbal: over oude en nieuwe Amsterdamse paradijsvogels
Amsterdamse couture en kringloop, onze warenhuizen én 7 tips om zelf een paradijsvogel te worden.
Ik was er voor het eerst: het Boekenbal. Ineens zag ik een heel ander Amsterdam. Tenminste, als het om mode gaat. Waar je in het dagelijks leven vooral stijlvol zwart en grijs ziet, met weinig vrouwelijke vormen of felle kleuren, was dat er deze avond juist overal. En was het wel zwart of grijs, dan glinsterde het.
Dit zette mij aan het denken. Wat zegt de mode van vandaag over Amsterdam? Waar begon het allemaal? En wie speelden daarin een rol?
In deze nieuwsbrief neem ik je mee van couture tot kringloop. We beginnen bij het begin: de eerste warenhuizen van Amsterdam. Daarna verkennen we oude stijliconen zoals Fong Leng en de stringskater, en duiken we in de Amsterdamse couture van nu. Tot slot: hoe je zelf aan de slag kunt.
1. De Amsterdamse crème de la crème
In de vorige eeuw hadden luxe warenhuizen een onmiskenbare aanwezigheid in Amsterdam. Ze zaten niet alleen indrukwekkende winkelpanden, maar gaven ook toegang tot een wereld van verfijning en exclusiviteit. Speciaal voor de deftige Amsterdamse familie. Denk aan Maison de Bonneterie, het Hirschgebouw, Metz & Co en de Bijenkorf.
Maison de Bonneterie


Hofleverancier en familiebedrijf Maison de Bonneterie was (en is zelfs nog steeds) een begrip in Amsterdam. In 2014 sloot de Bonneterie na 125 jaar haar deuren. Tegenwoordig vind je in dit gebouw, dat zowel aan de Kalverstraat als het Rokin een ingang heeft, een H&M. Het heeft een indrukwekkende geschiedenis. Erg leuk om eens in te duiken!
"Winkelen begin 1900 was totaal anders dan nu. Kleding hing niet in de winkel, maar werd bewaard in kasten op de modeafdeling. Slechts een enkele avondjapon stond tentoongesteld in een vitrine, zoals in een museum. De deftige klant werd bij binnenkomst ontvangen door een cheffin en toevertrouwd aan een verkoopster. In een van de 32 paskamers in de passalon kon de klant zich de gewenste stukken laten tonen. Dit passen kon een hele dag duren. Portemonnees bleven thuis: alles ging op rekening."
Lees hier verder over de Bonneterie.
Hirsch & Cie
De Apple Store, zo wordt het gebouw nu genoemd. Maar dit gigantische, grijze pand op het Leidseplein heeft een veel rijker verhaal. Het werd in 1912 gebouwd door Hirsch & Cie. Dit was geen gewoon warenhuis, maar een paleis van luxe. Hier werd de nieuwste mode uit Parijs verkocht. Niet alleen de mode was Frans, ook de medewerkers spraken de Amsterdammers in het Frans aan. Binnen vond je eindeloze ruimtes met mannequins op Perzische tapijten. Op de bovenste verdiepingen, waar de ramen kleiner worden, zaten de ateliers.
Metz & Co
Wie omhoog kijkt op de hoek van de Leidsestraat en de Keizersgracht, ziet de laatste restanten van warenhuis Metz & Co. De iconische letters ‘Metz’, ontworpen door Gerrit Rietveld (1888-1964), steken nog altijd boven het dak uit. Vanaf 1908 konden Amsterdammers hier terecht voor meubels en moderne vormgeving. Het was meer dan een winkel, in het gebouw bevonden zich ook de werkplaatsen waar de meubels werden gemaakt.
In 1932 kreeg Rietveld de opdracht om een showroom op het dak te ontwerpen. Deze glazen staalconstructie werd een expositieruimte waar hij en andere ontwerpers hun nieuwste creaties toonden. Door de jaren heen ontwierp Rietveld meerdere meubels voor Metz & Co, waaronder een bureau, een fauteuil en de Easy Chair.
De Bijenkorf


Als ik tegen Tom zeg: de etalages van de Bijenkorf, dan zegt hij: Benno Premsela. Hij was ooit een bekende etaleur van De Bijenkorf, tevens ontwerper en voorvechter van homorechten. Misschien komt zijn naam je bekend voor, het HvA-gebouw op de Wibautstraat, het Benno Premselahuis, is namelijk naar hem vernoemd.
"De Bijenkorf-etalages waren een belevenis in het naoorlogse Amsterdam. De radio was het enige vermaak, en veel Amsterdammers woonden met te veel gezinsleden in te kleine appartementen, waardoor ze graag de straat op gingen. Etaleurs werkten achter doeken en zodra die tegen de avond werden weggehaald, stonden Amsterdammers en dagjesmensen voor het glas te wachten om de nieuwe etalages te bekijken." uit het artikel De Bijenkorf: Zeshonderd etalages per jaar van Ons Amsterdam.
Ooit begon de Bijenkorf als een kleine fourniturenwinkel (denk aan naald, draad en knopen) op de Nieuwendijk. Nu is het het bekendste warenhuis van Nederland. Het is het enige warenhuis uit dit rijtje dat nog steeds bestaat. Toch gaan al jaren de geruchten dat ze het moeilijk hebben. Is de Amsterdammer het warenhuisconcept ontgroeid?
2. De basiskennis: van Fong Leng tot de stringskater
Voordat je zelf aan de slag gaat, eerst de nodige basiskennis voor elke paradijsvogel in spe. Daarom vertel ik je meer over drie iconen: Fong Leng, de stringskater en Puck & Hans. Zoals hen waren er geen anderen.